Kan één
woord of althans één uitspraak, één inzicht, één moment van helderheid iemand genezen? Dat
zouden we dan wel een wonder mogen noemen. In de praktijk zal het er vaak van
afhangen, wie het verlossende woord zegt. En of degene die het hoort erin gelooft. Kortom: van de reactie van de persoon in kwestie zelf...
Bill Wilson |
Wilson dronk
sindsdien geen druppel meer en richtte korte tijd later de AA op, waarin men
elkaar aan de hand van een ‘Twaalf stappenplan’ helpt om van de drank af te
komen. Onderdeel van dat plan is de uitdrukkelijke erkenning dat je dat zonder Gods
hulp niet redt.
Eenduidig zijn
Was het God
zelf, die zich aan Bill Wilson liet zien en horen? Het zou jammer zijn om over
die vraag te twisten, want vóór je ’t weet gaan we dan aan de essentie van dit
wonderlijke gebeuren voorbij. Die essentie is naar mijn gevoel dat Wilson in
zijn wanhoop totaal was. Zijn kreet
was geen halfbakken poging van zijn ego om de hemel uit te dagen. Hij probeerde
niet maar wat; nee, hij was als het ware heel, één, in zijn ontreddering – hij
smeekte oprecht. Als wij ergens totaal in zijn, eenduidig met ons hele wezen,
hier en nu, dan zijn er wonderen mogelijk. Ook als het hier en nu één en al
ellende is.
Misschien
zou je zelfs kunnen zeggen dat het wonderlijkste van dit hele gebeuren niet
datgene is wat Wilson zag en hoorde, maar dat hij er van ganser harte voor open
stond. Meestal zijn we immers op de een of andere manier innerlijk verdeeld,
zelfs of juist wanneer we het moeilijk hebben. We willen het één maar misschien
toch ook het ander, we wikken en wegen, proberen iets maar werken onszelf tegelijkertijd
tegen – en blokkeren daarmee zo’n radicale omwenteling. Veel gesmeek is toch
nog een poging om iets af te dwingen, je zin te krijgen of juist ergens omheen
te zeilen, en dus iets van je ego in plaats van totaal, met ons hele wezen.
Het
Twaalfstappenplan van de AA - ook toegepast bij drugsverslaving - wordt terecht
omschreven als een spiritueel
programma. Het stemt qua intentie overeen met wat er in de aloude Veda’s uit
India over God staat: ‘Om aan kommer en zorg een einde te brengen zonder Hem te
kennen, is als een poging, de hemel met riemen te binden’. In haar boek Naar nieuwe ruimten van bewustzijn interpreteerde
mijn meditatieleraar Hetty Draayer
dit als: ‘Alle leed eindigt alleen door ’t kennen van God’.
‘Zeg mij één woord….’
Hetty Draayer |
Het kan best
zijn dat de overlevering af en toe overdrijft, en het postmoderne bewustzijn relativeert
graag alles wat los of vast staat. Beurtelings is Jezus tot gigantische
proporties opgeblazen en dan weer gekleineerd, en dat moet – getuige de
Bijbelverhalen - al tijdens zijn leven in Palestina/Kanaän zijn begonnen.
Tegenwoordig wordt soms met dezelfde vanzelfsprekendheid het historisch bestaan
van Gautama de Boeddha aangenomen en dat van Jezus de Christus in twijfel getrokken.
In de Bijbel
vind je intussen kleine anekdotes die de evangelisten vast niet helemaal uit
hun duim hebben gezogen. Neem bijvoorbeeld het verhaal over ‘de hoofdman over
honderd’ in het evangelie naar Mattheus. Een verwijzing hiernaar is nog steeds terug
te vinden in de katholieke eucharistieviering. Voordat de gelovigen de hostie
krijgen, wordt er in koor gezegd: ‘Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij
komt; maar spreek slechts één woord en ik zal gezond worden’ (of: ‘… spréék en
ik zal gezond zijn’, of: ‘… zeg één woord en ik zal genezen’).
'Zoals je gelooft'
'Zoals je gelooft'
Aan die
belijdenis kleeft iets onaangenaams dat het moderne ego zich niet graag laat
aanleunen, net als aan een andere spreuk die tijdens een katholieke mis in koor
klinkt: ‘ ’t Is mijn schuld, ’t is mijn schuld, ’t is mijn grote schuld’ (had
men het maar gelaten bij ‘Mea culpa, mea maxima culpa’ – dat kon je nog zeggen
zonder dat je wist waar het over ging).
De oorsprong
van het ‘Heer, ik ben niet waardig…’
ligt in het verhaal over een Romeinse militair, die ‘hoofdman over
honderd’, die Jezus vroeg om genezing voor zijn huisknecht. Die lag zwaar ziek thuis,
te ziek om naar Jezus toe te komen toen hij te Kapernaüm arriveerde. Jezus
beloofde dat hij naar het huis van de hoofdman zou komen om zich over de knecht
te ontfermen. Waarop de Romein zei: ‘Heer, ik ben niet waardig dat gij onder
mijn dak zoudt inkomen, maar spreek alleenlijk een woord, en mijn knecht zal
genezen worden.’
In de ene
Bijbelvertaling staat het weer het een beetje anders dan in de andere, maar het
komt erop neer dat Jezus zich verwonderde over de kennelijk rotsvaste
overtuiging van de Romein, die hem bezwoer dat zijn knecht wel zou genezen als
Jezus dat ter plekke tegen hem, zijn baas, zou zeggen; zijn personeel deed
immers altijd wat hij de mensen zei, en daarom verwachtte hij dat hij de genezende
boodschap alleen maar hoefde door te geven. ‘Zo’n geloof heb ik in het hele
land nog niet gevonden,’ zei Jezus ongeveer. ‘Ga maar naar huis, het komt in
orde zoals je gelooft.’ Volgens Mattheus bleek later dat de knecht op het
zelfde moment genas.
Wezenlijke vrijheid
De reden om
deze anecdote als ’t ware in de mis aan te halen zal liggen in de troost die
ervan uitgaat voor de resterende kerkgangers van vandaag: Jezus is weliswaar niet
meer fysiek bij ons maar kan ook op afstand genezen, door één woord, één
uitspraak of gebaar, één intentie. De gelovigen kunnen het jammer vinden dat ze
zich ‘niet waardig’ moeten achten maar dat is alleen maar de bescheidenheid
waarmee die Romeinse hoofdman om genezing op afstand verzocht. Een
bescheidenheid die niet alleen zijn ego maar ook het onze past, een openheid om
te kunnen ontvangen, een onverdeelde bereidheid en oprecht geloof. Het gaat
erom, niet teveel te vragen maar tegelijkertijd wèl voor een wonder open te
staan.
Het leven is één groot wonder.... |
Bij dat ene
inzicht kan het bijvoorbeeld gaan om het besef, met welke specifieke
gebeurtenis in je verleden een blokkade in je energiehuishouding samenhangt.
Of, zoals bij Bill Wilson, het besef van de wezenlijke vrijheid die je hebt,
ondanks de verslaving waaraan je lijdt.
Zijn wonderen bovennatuurlijk?
Zijn wonderen bovennatuurlijk?
Was het nu
een wonder, de genezing van de knecht die thuis ziek lag? In de Bijbel worden
nog veel meer genezingen aan Jezus toegeschreven, en deze was misschien niet
eens de meest wonderlijke – denk maar aan de opwekking van Lazarus uit de dood.
Je kunt erover twisten of hij nou helemaal- of alleen maar een béétje dood was,
maar het blijft een sterk verhaal, hoe je dat ook opvat.
Er lijkt me
geen bezwaar tegen om van een wonder te spreken zolang we daarmee bedoelen dat
we ons over een of ander gebeuren verwonderen – dat het ons verbaast,
bijvoorbeeld omdat we iets anders verwacht hadden, en misschien omdat iets ons van
ontzag vervult. Dat zou ons kunnen sterken in het onverdeelde geloof dat nodig
is om een genezend woord (klank, gebaar, intentie, inzicht) effect te laten
krijgen. Niet voor niets moet Jezus meerdere malen hebben gezegd: ‘Uw geloof
heeft u genezen’, of woorden van gelijke strekking.
Maar het
woord ‘wonder’ wordt ook wel gebruikt om iets aan te duiden wat van
bovennatuurlijke aard zou zijn. Daar gaan we naar mijn gevoel de mist in, want
de term ‘bovennatuurlijk’ suggereert dat er iets gewoons is wat zich
verstandelijk zou laten verklaren, en daarnaast of daarenboven iets wat we niet
begrijpen omdat het de normale natuurlijke wetten en regels zou doorbreken. Dat
geloof ik nou net niet.
De verborgen samenhang
Ik geloof
iets heel anders: dat we in één groot wonder leven. Met een variant op de kreet
‘alle geloof is bijgeloof’ ben ik geneigd tot de waarschuwing ‘alle verstand is
misverstand’. Sinds ik in 1980 na mijn wetenschappelijke studie de innerlijke
weg insloeg hou ik steeds minder voor onmogelijk. Het is maar net wat je
gelooft, en in het verstand geloof ik steeds minder.
Het
wonderlijkste van alles is, wat mij betreft, dat je de uitspraak ‘we leven in
één groot wonder’ ook kunt omkeren: er voltrekt zich een groot wonder in ons,
door ons heen. Want wij zijn zelf datgene waarin dit allemaal gebeurt, en wie
niet aan zijn of haar verstand vastzit kan dat ook ontdekken.
Als de
Veda’s en de AA stellen dat we ‘God moeten kennen’ om onze zorg en kommer te
beëindigen, dan wordt daarmee niet bedoeld dat God buiten ons zou zijn. De
Veda’s stellen immers ook: ‘God, die één is, verborgen in de diepte van elk
wezen, is de ziel van alles’. Bill Wilson zag een licht en hoorde een stem uit
de diepte, en ‘binnen’ en ‘buiten’ waren één.
Wonderen
zijn geen inbreuk op de kosmische orde, geen ingreep van iets of iemand die
boven de natuur staat, maar een uiting van de verborgen samenhang die ten
grondslag ligt aan al wat is – de of het Ene. Vandaar dat één noodkreet vanuit
het diepst van ons wezen kan worden gevolgd door een genezend antwoord vanuit
diezelfde diepte. Als wij er helemaal voor open staan.